Regenwouden, bergen, en een schitterende kuststrook. Over Olympic National Park wordt wel ooit gezegd, dat het drie parken in één zijn. Het park ligt in de Olympic Mountains, die onderdeel vormen van de reeks van bergketens nabij de kust, die samen de Coast Ranges worden genoemd. Olympic ligt in het uiterste noordwesten van de staat Washington, op het schiereiland Olympic Peninsula. In de westelijke rivierdalen Hoh River, Queets River, Quinalt River en Bogachiel River regent het enorm veel, zo’n 4000 mm per jaar. Dankzij de bescherming van de bergen bereikt de temperatuur in deze gebieden maar zelden het vriespunt, en in de zomer wordt het vrijwel nooit warmer dan 26º C.

Olympic National Park

De bomen- en plantengroei in deze rivierdalen is uitzonderlijk mooi, er staan gigantische bomen die soms wel 90 meter hoog zijn, en een omtrek kunnen hebben van zo’n 7 meter. En op de bodem wordt elk stukje in beslag genomen door levende planten, zoals mossen en varens, waardoor de regenwouden een jungle-achtige uitstraling hebben.Het midden van het park bestaat uit bergen en gletsjers. De bergen zijn niet uitzonderlijk hoog, Mount Olympus is met z’n 2.400 meter het hoogste punt. Olympic heeft een gematigd zeeklimaat met aangename zomers en milde winters.  Dankzij het milde klimaat en de geringe hoogte, is dit wildernis-gedeelte van het park dan ook relatief eenvoudig voor hikers die de backcountry willen verkennen. Aan de oostzijde van de bergen is het – in tegenstelling tot aan de westzijde – juist erg droog.

Alleen in Zuid-Californië valt minder regen dan hier. De verschillen in neerslag tussen de oost- en de westzijde zijn enorm groot. In het oosten valt gemiddeld slechts 43 cm neerslag per jaar, maar in de regenwouden die slechts 40 mijl verder naar het westen liggen, is dat 10x zo veel. Bijna 80% van de jaarlijkse regenval vindt plaats in de zes maanden van oktober tot en met maart. De overgang van het natte naar het droge seizoen (en andersom) gaat vaak heel geleidelijk. In de hoger gelegen gebieden valt de neerslag vaak in de vorm van sneeuw. Tijdens de lente komt vaak veel wind voor. In de laag gelegen gebieden liggen de temperaturen tussen de 2º en 16º C. In de zomermaanden kan het 18º C tot 26º C worden, slechts zeer incidenteel gaat de temperatuur richting de 30º C. Rondom waterrijke gebieden is het vaak wat koeler. Aan de 57 mijl lange kuststrook kan je veel getijdenpoelen en sea stacks zien. Sea stacks zijn de ruige rotsen die behoren tot het voorgebergte, en die door het water in grillige vormen zijn geërodeerd.

Toegangen

Olympic National Park bestaat uit twee delen: een smalle, 60 mijl lange kuststrook en een groter deel dat iets verder landinwaarts ligt. Het park heeft diverse toegangen, die allemaal bereikbaar zijn vanaf State Highway 101. Deze weg loopt helemaal om het grotere deel van het park heen. Vanuit Seattle kan je de US-101 bereiken door met een van de Washington State Ferries de zeearm Puget Sound over te steken, of door via Tacoma onder de zuidkant van Puget Sound door te rijden. Vanuit het zuiden kan je de route rondom het park beginnen bij de plaatsen Aberdeen of Olympia. De route om het park heen is, als je begint in Aberdeen en eindigt in Olympia (of vice versa), ongeveer 286 mijl (460 km) lang. Daarbij komen dan nog de afstanden van de diverse toegangswegen. Onderweg passeer je o.a. de plaatsen Queets, Forks, Port Angeles en Brinnon. Hieronder geven we aan welke delen van het park tussen elk van die plaatsen bereikbaar zijn. De afstanden van de toegangswegen worden verderop beschreven, steeds bij het betreffende onderdeel.

Kuststrook

De kuststrook, 57 mijl ervan behoort tot het Nationale Park, ziet er nog net zo uit als duizenden jaren geleden. Alleen het water en de wind hebben hier hun invloed uitgeoefend. Tijdens laagwater kan je over het strand lopen, en de prachtige getijdenpoelen bekijken, waar je een rijke variatie aan planten- en dierenleven aantreft. Denk hierbij aan sponzen, zee-anemonen, krabben, algen en diverse soorten gras. Ook de two spot octopus, ongeveer 30 cm groot, wordt hier ooit gezien. Als deze kleine octopus in gevaar is neemt hij een camouflage-kleur aan, en spuit hij een wolk van inkt in het water. De kuststrook is populair bij vogelliefhebbers, dankzij de aanwezigheid van oa. zeemeeuwen, scholeksters, de ‘bald eagle’, en talrijke andere vogelsoorten. Je treft hier ook allerlei kleine dieren aan, zoals wasberen, zeeleeuwen en otters. Het komt zelfs voor dat hier zwarte beren naar een vismaal op zoek zijn. De rotsen op en nabij het strand worden sea stacks genoemd, dit zijn geërodeerde gedeeltes van het voorgebergte. Door het de rivieren zijn veel grote boomstammen naar de oceaan gevoerd, die later weer op het strand en tegen de rotsen zijn gesmeten. Je treft dit aparte schouwspel vooral aan rondom Rialto Beach.

Het zuidelijke deel van de kuststrook

Ongeveer 2 mijl ten noorden van het plaatsje Queets kan je via de US-101 het meest zuidelijke gedeelte van de kuststrook binnenrijden. Na 13 mijl rijdt je het park weer uit, de plaats Forks. In dit deel van de kuststrook liggen het Kalaloch Information Station, de Kalaloch Lodge, en twee campings. Via paden kan je verschillende stranden bereiken, die geen namen hebben, maar nummers. Alleen het meest noordelijke strand heeft een naam: Ruby Beach. Elk van de stranden heeft een heel eigen karakter. Bij het Information Station kan je informatie krijgen over de wandelingen die je hier kan maken. De meest populaire strandwandelingen zijn die van Beach nr. 4 en van Ruby Beach. Beach nr. 4 is een uitstekende plek om getijdepoelen te bekijken, en je hebt hier ook kans om zeehonden of walvissen te zien. Ruby Beach is vooral bekend om de mooie sea stacks. Een andere populaire wandeling is de Kalaloch Nature Trail, een 2 kilometer lange wandeling (via een ‘loop’), die begint aan de zuidzijde van de Kalaloch Campground en die door een bosrijk gebied gaat.

Het middelste deel van de kuststrook

De voornaamste toegangsweg naar dit deel van de kuststrook is de US-110, ook wel de La Push Road genaamd. Deze weg begint 2 mijl ten noorden van Forks, en is 14 mijl lang. Een zijweg van de La Push Road, de Mora Road, komt net boven La Push uit bij Rialto Beach. In dit gebied vindt je een Ranger Station en een camping. Vanaf de stranden kan je tijdens de migratietijd walvissen zien, het gaat hier om de maanden maart/april en oktober. In dit gebied zijn oa. de volgende trails uitgezet:

Third Beach Trail

Het pad gaat naar een zandstrand met de naam Third Beach. Het pad sluit aan op de lange South Coast Beach Travelway (25 kilometer – enkele afstand). Third Beach is het hele jaar door geopend.

  • Beginpunt: aan de La Push Road, 12 mijl ten westen van de US-101
  • Lengte: 4,5 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: op de heenweg 73 meter dalen

 

Second Beach Trail

Dit goed onderhouden pad is het hele jaar door geopend. Je loopt naar een zandstrand met de naam Second Beach, waar je getijdepoelen en sea stacks kan zien.

  • Beginpunt: aan de La Push Road, 14 mijl ten westen van de US-101
  • Lengte: 2,6 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: op de heenweg 24 meter stijgen, vervolgens 30 meter dalen

 

Rialto Beach Trail

Rialto Beach is een van de drukst bezochte stranden van Olympic National Park. Het strand begint bij de monding van Quillayute River, en strekt zich vandaar 4 mijl uit over een gebied met veel sea stacks en getijdepoelen. Een van de bekendste sea stacks is de massieve Cake Rock, die je vanuit de oceaan omhoog ziet steken. Je kan over het strand naar het noorden lopen. De ondergrond is daarbij deels zanderig, deels rotsachtig. Na 4,5 kilometer bereik je Hole-in-the-Wall, een tunnel die door de golven in een rots is gesleten.

  • Beginpunt: bij de parkeerplaats aan het einde van Mora Road
  • Lengte: 320 meter (heen en terug naar het strand)
  • +/- negen kilometer (heen en terug naar Hole-in-the-Wall)

 

Het noordelijke deel van de kuststrook

Om dit deel van de kuststrook te bereiken, ga je vanuit Forks via de US-101 13 mijl naar het noordoosten, tot aan het plaatsje Sappho. Daar neem je de US-113 in noordelijke richting. Het is dan nog eens 43 mijl totdat je, via de plaatsen Clallam Bay en Sekiu, en via de Hoko-Ozette Road, het nationale park weer bereikt. Binnen de grenzen van het park ligt o.a. Lake Ozette. Dit 31,5 vierkante meter grote meer werd door de oorspronkelijke bewoners, de Makah Indianen, Lake of the Sun genoemd. In 1864 arriveerde de eerste blanke in dit gebied; ongeveer 30 jaar later vestigden Scandinavische settlers zich hier. Nabij het meer zijn nog overblijfselen uit deze tijd te zien. Aan de noordzijde van het meer ligt het plaatsje Ozette, waar een Ranger Station en een primitieve camping gevestigd zijn.

Cape Alava Trail en Sand Point Trail

Vanaf het Ranger Station kan je via twee verschillende paden naar het strand lopen. Beide paden worden goed onderhouden, en bestaan grotendeels uit zogenaamde boardwalks (houten paden). Je loopt hier door open gebieden, maar ook door coastal forests. Het pad van het Ranger Station tot aan Cape Alava is ruim 5 kilometer lang, het pad van het Ranger Station tot aan Sand Beach is iets minder dan 5 kilometer lang. Via het strand kan je van Cape Alava naar Sand Beach lopen, de afstand tussen deze twee punten bedraagt 5 kilometer. Een complete loop via beide paden is dus in totaal 15 kilometer lang. Tijdens het hoogtij kan je niet over het strand, maar moet je gebruik maken van paden in de zogenaamde ‘headlands’. Cape Alava is het meest westelijk gelegen punt van de 48 aaneengesloten staten van de USA; je hebt kans hier arenden te zien. Tip: de houten wandelpaden zijn vaak glad, het is hier beter om schoenen met zachte zolen te dragen (bv. tennisschoenen). Echte hike-schoenen hebben meestal harde zolen, die hier veel minder grip bieden.

  • Beginpunt: bij het Lake Ozette Ranger Station
  • Lengte: 15 kilometer (complete loop) of 10 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: weinig

 

Regenwouden

De regenwouden liggen in laag gelegen valleien aan de westzijde van de Olympic Mountains. Er valt hier veel neerslag, de temperaturen zijn gematigd, en in de zomer is het vaak mistig. Vrijwel elke vierkante centimeter van de bodem is bedekt door levende planten. Sommige planten leven zelfs op de andere. Dit zijn epiphytes, planten die niet in contact komen met de aarde, maar die niet tot de parasieten worden gerekend. Deze epiphytes zijn mede verantwoordelijk voor het jungle-achtige uiterlijk van het regenwoud. In verband met de dichte bedekking van de bodem is het moeilijk voor jonge planten om een goede start te maken. Veel zaden ontkiemen dan ook op omgevallen, rottende bomen. Als deze nieuwe planten gaan groeien, dan gaan hun wortels door de rottende boomstam heen naar de bodem. Nadat de boomstam helemaal is weggerot, blijft een aantal jonge bomen over, die in een rij op hun wortels op stelten naast elkaar staan. De dikke, beschermende vegetatie zorgt voor prima huisvesting voor de dieren in het park.

De bescherming van de Roosevelt Elk, vernoemd naar president Theodore Roosevelt, is oorspronkelijk een van de voornaamste redenen geweest om Olympic National Park op te richten. Behalve een groot aantal zoogdieren en vogels komen in de regenwouden ook veel insecten, reptielen en amfibiën voor. De meest voorkomende boom in Olympic is de Sitka Spruce. Een volwassen exemplaar is zo dik dat acht man met uitgestrekte armen elkaar net kunnen raken als ze zich eromheen vouwen. Je herkent de Sitka Spruce aan zijn scherpe, zilver-groene naalden. De bomen kunnen tot duizend jaar oud zijn en omdat dit, gelukkig, lange tijd volkomen onbegaanbaar gebied was, zijn ze gespaard gebleven voor de houtkap. De western red cedar reikt meer dan tachtig meter hoog, met zijn vezelige kaneelkleurige bast en zijn platte, op kant lijkende, varenachtige bladeren. Ook de Big Leaf Maple, vaak dicht begroeid met mossen, neemt een belangrijke plaats in.

Hoh Rain Forest

Het drukst bezochte regenwoud-gebied van het park is Hoh Rain Forest. Ook in het meer zuidelijk gelegen Quinault Rain Forest zijn faciliteiten voor bezoekers aanwezig. Queets Rain Forest is toeristisch gezien minder ontwikkeld. De 19 mijl lange Hoh River Road begint aan State Highway 101, tussen Queets (afstand 26 mijl) en Forks (afstand 13 mijl). Alleen het laatste gedeelte van de Hoh River Road ligt in Olympic National Park. Voordat je het park binnenrijdt, passeer je enkele campings. Na ruim 15 mijl kom je bij de Rain Forest Monarch, een 82 meter hoge Sitka Spruce met een omtrek van 3,8 meter. Deze boom is minstens 500 jaar oud. De Hoh River Valley strekt zich uit van de voet van Mount Olympus tot aan de Stille Oceaan.

Het is een smalle, U-vormige vallei die gevormd is door gletsjers die vanuit de bergen naar de oceaan zijn gegleden. “Hoh” is een oud Indiaans woord dat “snel stromend water” betekent. De Hoh River wordt gevoed door de gletsjers rondom Mount Olympus, het water is ijskoud en de kleur is melkachtig wit. Talrijke andere riviertjes en beken monden uit in Hoh River, daardoor is het een vrij grote rivier. In de zomermaanden kan je op Hoh River  raften of kayakken. De weg eindigt bij het Hoh Rain Forest Visitor Center, waar je via een aantal korte wandelpaden een heel goede indruk kan krijgen van de indringende geuren en geluiden en de intense sfeer van het regenwoud.

 

Olympic National Park

Drie korte trails

Hall of Mosses Trail

Ook dit is een populaire wandeling. Het verharde pad komt langs Big Leaf Maples, Sitka Spruce Trees en 300 jaar oude Cedar Trees. Let ook op de aanwezigheid van ‘nurse logs’, dit zijn de omgevallen bomen die dienen als gastheer voor nieuwe planten.

  • Lengte: 1300 meter (loop)

 

Minitrail
  • Lengte: 400 meter (loop)

 

The Spruce Trail

Dit is een van de meest populaire trails in Olympic National Park. Je loopt over een verhard pad langs Hoh River, en ziet onderweg diverse imposante Sitka Spruce Trees. Er staan borden waarop uitleg wordt gegeven over de ecologie van het regenwoud

  • Lengte: 2000 meter (loop)

.Ervaren hikers kunnen ook kiezen voor de lange Hoh River Trail (17,3 mijl – enkele afstand), die richting Mount Olympus gaat.

Quinault Rain Forest

Quinault Rain Forest  bevindt zich 43 mijl (70 kilometer) ten noorden van Aberdeen bereikt State Highway 101 Quinault Lake. Je kan Olympic National Park bereiken via twee zijwegen die langs dit meer lopen, respectievelijk de South Shore Road en de North Shore Road. De South Shore Road (ook wel de Graves Creek Road genaamd) is 18,4 mijl (30 kilometer) lang, alleen het laatste gedeelte ervan loopt door het Nationale Park. De weg is smal, en voor een belangrijk deel onverhard. Na zware regenval is het risico groot dat delen van de weg niet meer begaanbaar zijn. Uiteindelijk bereik je de 30 plaatsen tellende Graves Creek Campground, een primitieve camping die tijdens de wintermaanden soms gesloten is.

Er is hier ook een Ranger Station aanwezig. De camping ligt aan aan de oever van de rivier, in een bosrijk gebied. Vanaf de camping is een wandelpad met een lengte van 1600 meter aangelegd (loop) die door het regenwoud voert. Deze hike wordt soms de Graves Creek Nature Trail, soms wordt ook de naam Cascading Terraces Trail gebruikt. Direct ten noorden van het meer kan je Olympic National Park binnenrijden via de 17,5 mijl (28 kilometer) lange North Shore Road. Kort na de ingang ligt, op enkele honderden meters van de weg, de grootste Western Redcedar van het park. Het pad naar deze boom stijgt ongeveer 25 meter. De parkeerplaats aan het begin van het pad is erg klein. Na een kleine 6 mijl bereik je het Quinault Ranger Station.

 Maple Glade Rain Forest Trail

Via een houten brug steek je Kestner Creek over, je bereikt een prachtige open plek in het bos waarvan de bodem is bedekt met mos en varens. Je ziet hier ook veel maples (esdoorns) met grote bladeren, waaraan de trail haar naam te danken heeft. De open plek ligt dicht bij de noordzijde van Quinault Lake. Na regenval kan het wandelpad op sommige plaatsen erg modderig zijn.

  • Beginpunt: bij het Quinault Ranger Station
  • Lengte: 800 meter (heen en terug)
  • Hoogteverschil: weinig

 

Kestner Homestead Trail

Het laatste deel van de North Shore Road is onverhard. Aan het einde van de weg ligt, aan de oever van de North Fork Quinault River, de 7 plaatsen tellende primitieve North Fork Campground. Deze camping is tijdens de wintermaanden soms gesloten. Iets minder dan 1 mijl voor de camping ligt de 2 kilometer lange Irely Lake Trail.

  • Beginpunt: bij het Quinault Ranger Station
  • Lengte: 2 kilometer (heen en terug)
  • Het begin van de trail is gelijk aan de Maple Glade Rain Forest Trail.

Queets

Kort voor de plaats Queets, ongeveer 16 mijl voorbij de North Shore Road, ligt de afslag naar de onverharde Queets River Road. Deze onverharde weg is ruim 13 mijl lang, en eindigt bij het Queets Ranger Station. Dit Station is alleen tijdens het hoogseizoen bemand. De camping die net voorbij het Ranger Station ligt, wordt voornamelijk gebruikt door vissers en ervaren backpackers.

Sams River Loop Trail

Omdat dit gebied maar nauwelijks door toeristen wordt bezocht, heb je op deze trail het gevoel helemaal ‘in the middle of nowhere’ te zijn. Soms wordt deze wandeling de Queets Campground Loop Trail genoemd. Klik  hier voor een beschrijving van de route.

  • Beginpunt: bij het Queets Ranger Station
  • Lengte: bijna 5 kilometer (loop)
  • Hoogteverschil: weinig

 

Bosgebied & bergen

Er komen vier types bosgebied voor in Olympic National Park. Het eerste type is het eerder genoemde temperate rain forest , de regenwouden. De bossen die boven de regenwouden te vinden zijn, verder landinwaarts, worden lowland forest genoemd. De meest voorkomende boomsoort hier is de Western Hemlock. Deze boom, die iets kleiner is dan de western redcedar, groeit goed op plaatsen met veel schaduw. De Western Hemlock heeft een roodbruine stam en heel veel kleine denneappels aan zijn takken. In de drogere gebieden is het vooral de Douglas fir die de boventoon voert. Qua grootte doet deze boom alleen onder voor de Redwood en de Sequoia. Incidenteel zie je hier ook nog de western redcedar; naarmate deze boomsoort verder in aantal afneemt ben je dichter bij de overgang naar de volgende zone.

Die volgende, weer wat hoger gelegen zone, is het montane forest . Het verschil met het lowland forest is niet groot, zeker niet in de droogste gedeeltes. De belangrijkste kenmerken zijn het ontbreken van de western redcedar, en de aanwezigheid van de silver fir. De subalpine forest ligt het hoogst. De temperaturen zijn hier lager, en de neerslag valt hier vaak in de vorm van sneeuw. Het groeizame seizoen is hier aanmerkelijk korter dan in de lager gelegen gebieden. Naarmate je hoger komt, worden de bossen steeds minder dicht en zijn de bomen steeds minder hoog; en komen er alpineweiden voor die begroeid zijn met wilde bloemen. Ook liggen hier diverse gletsjermeren.

Sol Duc River Valley

Ongeveer 25 mijl voorbij Forks, kort voor Lake Crescent, begint de 14 mijl lange Sol Duc River Road. Aan deze weg liggen de populaire Salmon Cascades, waar je elk jaar kan zien hoe zalm tegen de stroom opzwemt. Twee mijl voor het einde van de weg ligt het Sol Duc Hot Springs Resort. Je kan hier helemaal tot rust komen in een van de mineral pools (temperatuur 32 tot 40º C), er zijn hier zelfs masseuses aanwezig! Tijdens de wintermaanden is de weg gesloten. Je kan in dit lowland forest gebied kiezen tussen diverse backcountry hikes.

Olympic National Park

Ancient Groves Nature Trail

Het is dus mogelijk om via de weg weer naar de auto terug te lopen. Rangers raden echter uit veiligheidsoverwegingen aan om via het wandelpad terug te gaan.

  • Beginpunt: aan de Sol Duc River Road, 9 mijl voorbij de afslag
  • Lengte: 1 kilometer (loop)
  • De korte trail loopt door een mooi bosgebied, en verbindt twee turnouts naast de weg.

 

Lovers Lane Trail

Je steekt direct ten zuiden van het Resort de Sol Duc River over, en loopt vandaar in westelijke richting. Het pad ligt iets boven de zuidelijke oever van de rivier. Onderweg passeer je Mink Lake Creek en Canyon Creek, bij dit laatste riviertje liggen de Sol Duc Falls. Het pad is op diverse plaatsen smal en rotsachtig, en sommige gedeeltes zijn modderig tot ongeveer halverwege de zomer.

  • Beginpunt: bij Sol Duc Hot Springs Resort
  • Lengte: bijna 10 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: 275 meter
  • Seizoen: juni tot oktober

 

Sol Duc Falls Trail

Dit is een populaire wandeling naar de mooie Sol Duc Falls, de meest gefotografeerde waterval in het park. Het water van de Sol Duc River komt hier terecht in een soort van trechter, en valt hier meters omlaag. Het wandelpad loopt tussen grote Sitka Spruce Trees en diverse andere boomsoorten.

  • Beginpunt: aan het einde van de Sol Duc River Road
  • Lengte: 2,5 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: weinig

 

Lake Crescent

Lake Crescent is een groot meer dat in het uiterste noorden van Olympic NP ligt, ongeveer 25 mijl voorbij Forks en 16 mijl voor Port Angeles. De 101 loopt via de zuidelijke oever van het meer. Het water van het turquoiseblauwe meer is erg diep en erg koud. Je kan hier boten huren, of deelnemen aan een georganiseerde cruise (alleen in de zomer).

 Moments in Time Nature Trail

Tijdens deze makkelijke, korte wandeling heb je een mooi uitzicht over het meer.

  • Beginpunt: bij Lake Crescent Lodge
  • Lengte: bijna 1 kilometer (loop)

 

Marymere Falls Trail

Na 800 meter bereik je het uitkijkpunt Barnes Point. Via een mooi pad, waar in het juiste seizoen veel bloemen en paddestoelen te zien zijn, ga je verder naar de 27 meter hoge waterval Marymere Falls.

  • Beginpunt: bij het Storm King Information Center
  • Lengte: 3 kilometer (heen en terug)

 

Mount Storm King Trail

Je loopt eerst een klein gedeelte van de nature trail langs Barnes Creek, en gaat onder State Highway 101 door. Snel daarna kom je bij een splitsing, je gaat daar linksaf. Je moet stevig omhoog, tot je je boven Barnes Creek bevindt op een rand aan de westzijde van Mount Storm King. Je kan tijdens dit wat vlakkere gedeelte even bijkomen van de klim, maar even later begint het pad opnieuw flink te stijgen. Onderweg kom je diverse uitkijkpunten tegen vanwaar je een schitterend uitzicht hebt over de omgeving. Het laatste gedeelte van de trail staat slecht aangegeven.

  • Beginpunt: bij het Storm King Information Center
  • Lengte: 6,5 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: ruim 600 meter
  • Seizoen: midden mei tot midden oktober

 

Elwha River Valley

De afstand tussen Lake Crescent en Port Angeles is, via de 101, ongeveer 16 mijl. Halverwege bereik je, nabij Lake Aldwell, de afslag die naar Elwha gaat. Deze zijweg heet de Olympic Hot Springs Road, maar staat ook bekend als de Elwha River Road. De weg is 12 mijl lang, en het grootste deel ervan valt binnen de grenzen van het park. Bij het Elwha Ranger Station begint de ruim 6 mijl lange Whiskey Bend Road. Dit is een smalle, steile, onverharde weg met onoverzichtelijke bochten. Aan het einde van deze weg bevind je je hoog boven de Elwha River. Ook in dit deel van het park zijn volop wandelmogelijkheden.

Madison Falls Trail

Je loopt langs Madison Creek, via een weide- en bosgebied. Door een barst in een rotswand valt het water van Madison Falls enkele tientallen meters naar beneden.

  • Beginpunt: bij binnenkomst van het park, bij het Entrance Station
  • Lengte: ruim 600 meter (heen en terug)

 

Upper Lake Mills Trail

Deze trail gaat vanaf de weg omlaag naar de 120 meter lager gelegen Elwha River.

  • Beginpunt: aan de Whiskey Bend Road, vier mijl voorbij de afslag
  • Lengte: 1300 meter (heen en terug)
  • Hoogteverschil: 120 meter

 

West Elwha River Trail

Je loopt over een heuvelrug in noordelijke richting, parallel aan de lager gelegen West Elwha River. Na 2,5 kilometer steek je Hughes Creek over. Daarna daal je ongeveer 100 meter naar beneden, tot aan de rivier. Het pad buigt nu af in westelijke richting, je volgt Freeman Creek en steekt die op gegeven moment over. Je bereikt daar de grens van het park, het laatste gedeelte ervan gaat over privégrond.

  • Beginpunt: aan de noordzijde van Altaire Campground, voorbij het Ranger Station
  • Lengte: bijna 10 kilometer (heen en terug)
  • Beste seizoen: van juni tot oktober

 

West Lake Mills Trail

Je begint aan de noordzijde van Lake Mills, en loopt vandaar in zuidelijke richting. In het begin stijgt het pad heel geleidelijk, daarna wordt het iets steiler. In totaal stijg je ongeveer 50 meter binnen een afstand van 1,5 kilometer. Vanaf het hoogste punt volg je de contouren van het meer, je hebt dan op verschillende punten een goed uitzicht over het meer. Het pad eindigt abrupt op een hoge rots boven het meer.

  • Beginpunt: bij Lake Mills Boat Launch, voorbij het Ranger Station
  • Lengte: 6,5 kilometer (heen en terug)

 

Park Visitor Center

Het Olympic National Park Visitor Center ligt aan de Mt. Angeles Road in Port Angeles, op korte afstand van de 101. Je vindt hier een permanente tentoonstelling, een klein auditorium en een activiteitenruimte voor kinderen. Er zijn twee korte nature trails.

  • Peabody Creek Trail – 800 meter (loop)
  • Living Forest Trail – 650 meter (loop)

 

Hurricane Ridge

Je kan vanaf het Visitor Center via de ongeveer 18 mijl lange Hurricane Ridge Road het park binnenrijden. Tijdens de wintermaanden is deze weg elke dinsdag en woensdag gesloten. Kort voor het einde van de weg kan je via de onverharde Obstruction Point Road nog verder in zuidelijke richting rijden. Hurricane Ridge ligt op een hoogte van ongeveer 1500 meter. Je hebt hier een prachtig uitzicht op de gletsjers van de Bailey Range. Hurricane Ridge Visitor Center is van april tot oktober dagelijks geopend, tijdens de overige maanden alleen op feestdagen en tijdens de weekenden. Enkele van de wandelpaden in dit gebied zijn:

Heart O’ the Forest Trail

Deze trail loopt door een typisch  lowland forest gebied, met een dichte vegetatie.

  • Beginpunt: bij de Heart O’ the Hills Campground, dicht bij de parkgrens
  • Lengte: 7,5 kilometer (heen en terug)

 

Hurricane Hill Trail

Je loopt naar de top van Hurricane Hill, en gaat daarna via hetzelfde pad weer terug. Je hebt uitzicht over het omringende berglandschap, over Port Angeles en Strait of Juan de Fuca. In de vroege zomer zie je veel kleurrijke wilde bloemen.

  • Lengte: 5 kilometer (heen en terug)
  • Beginpunt: aan het einde van de Hurricane Ridge Road
  • Hoogteverschil: ruim 200 meter

 

Meadow Loop Trails

Rondom het Visitor Center kan je diverse korte wandelingen maken door dit typische subalpine landschap. In de vroege zomer zie je veel kleurrijke wilde bloemen.

  • Lengte: diverse mogelijkheden, niet langer dan 1 kilometer
  • Beginpunt: bij Hurricane Ridge Visitor Center

 

PJ Lake Trail

Tijdens de heenweg ga je geleidelijk naar beneden. Sommige gedeeltes zijn iets steiler. Het pad eindigt bij PJ Lake, een klein meer aan Morse Creek. In het meer komen forellen voor.

  • Beginpunt: aan de Obstruction Point Road, 3,5 mijl voorbij de afslag
  • Lengte: 3,2 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: 320 meter
  • Seizoen: midden mei tot midden oktober

 

Deer Park

De Deer Park Road begint 5 mijl ten oosten van Port Angeles. De eerste 8 mijlen van deze weg zijn verhard, maar daarna volgen er nog eens 8 mijlen over een onverharde weg die steeds smaller en steiler wordt. De weg wordt afgeraden voor campers. Aan het einde kom je uit bij het Deer Park Ranger Station, op een hoogte van 1.595 meter. Het Ranger Station ligt op Blue Mountain, waarvan de piek nog eens 236 meter hoger ligt.

Rainshadow Loop Trail

Deze korte wandeling brengt je naar de top van Blue Mountain. Vanaf Deer Park heb je een geweldig uitzicht over o.a. Port Angeles, Strait of Juan de Fuca, Vancouver Island, The Olympic Mountains en Mount Baker. Hier beginnen diverse backcountry trails, de meest populaire daarvan is de 7,4 mijl lange Obstruction Point Trail, die Deer Park en Hurricane Ridge met elkaar verbindt.

  • Beginpunt: aan het einde van Deer Park Road
  • Lengte: 800 meter (heen en terug)

 

Dosewallips

Dit gebied, in het oosten van het park, is normaal gesproken per auto bereikbaar via de 11 mijl lange Dosewallips Road. Een belangrijk deel van deze weg is echter in de winter van 1998 / 1999 weggespoeld; op dit moment (maart 2004) is de schade nog niet gerepareerd.

Staircase

Dit in het uiterste zuidoosten van het park gelegen gedeelte is bereikbaar via de Jorstad Creek Road (15 mijl ten zuiden van Brinnon) of de North Lake Cushman Road (37 mijl ten noorden van Olympia). Beide routes gaan gedeeltelijk via het Olympic National Forest, en zijn allebei ongeveer 15 mijl lang. Alleen het allerlaatste stukje van de weg loopt in Olympic National Park.

Four Stream Trail

Je loopt in noordelijke richting, via de oever van de North Fork Skokomish River. In het begin gaat het pad geleidelijk omhoog, je klimt hier 60 meter. Vanaf het hoogste punt loop je nog 1,5 kilometer over een meer vlak terrein. Je komt dan uit bij een splitsing. Je kan hier nog eens 1,5 kilometer verdergaan in noordelijke richting (dit is de langere route), het pad eindigt bij de Staircase Rapids en Four Stream. Daarna loop je via datzelfde pad terug naar de splitsing. Daar steek je de rivier over via een houten brug. Je loopt dan via de andere oever terug naar het Ranger Station. Onderweg passeer je een gebied dat enige tijd geleden door brand is getroffen.

  • Beginpunt: bij het Staircase Ranger Station
  • Lengte: 4 kilometer (korte route) of 7 kilometer (lange route)

 

Wagonwheel Lake Trail

Deze zware trail gaat naar een bergmeer aan de noordzijde van de Copper Mountains. Het pad gaat door een bosrijk gebied, en deels via bochten klim je bijna voortdurend steil omhoog. Het laatste stuk is minder steil. Wagonwheel Lake ligt op een hoogte van 1250 meter.

  • Beginpunt: bij het Staircase Ranger Station
  • Lengte: 9 kilometer (heen en terug)
  • Hoogteverschil: bijna 1000 meter
  • Seizoen: juni tot begin oktober

 

Activiteiten

Wandelen

Er zijn talrijke korte en lange wandelingen mogelijk, bovenstaand is een deel van de kortere trails beschreven. Bij de Visitor Centers en Ranger Stations kan je recente informatie krijgen over de toestand van de diverse paden.

Paardrijden

Veel van de paden in Olympic National Park zijn toegankelijk voor ruiters.

Watersport

Op diverse plaatsen in het park, bv. op de Hoh River, de Elwha River en Lake Crescent, worden kayaks en kano’s verhuurd, en rafttochten georganiseerd. Waterskiën is toegestaan op Lake Crescent en Ozette Lake.

Hotels

  • Kalaloch Lodge ligt in het zuidelijke deel van de kuststrook. Dit hotel is het hele jaar open.
  • Lake Crescent Lodge ligt aan de Lake Crescent Road, en is geopend van eind april tot oktober.
  • Log Cabin Resort ligt aan de East Beach Road bij Lake Crescent, en is gedurende het grootste deel van het jaar geopend. Alleen tijdens een deel van de winter is dit hotel tijdelijk gesloten.
  • Sol Duc Hot Springs Resort is van april tot half mei alleen tijdens de weekenden open. Daarna is het hotel september dagelijks geopend.In de plaatsen rondom het park zijn ook veel hotels aanwezig.

 

Visitor Centers en Ranger Stations

In elk van de beschreven gebieden is een Visitor Center of een Ranger Station aanwezig. De openingstijden daarvan verschillen, en tijdens de wintermaanden zijn niet alle faciliteiten dagelijks geopend. De voornaamste Visitor Centers zijn:

Olympic National Park Visitor Center

  • Locatie: in Port Angeles
  • In februari en maart is dit Visitor Center gesloten op woensdagen.

 

Wildernis Information Center

  • Locatie: in Port Angeles, achter het Olympic National Park Visitor Center
  • Van half maart tot eind april: geopend van vrijdag tot en met dinsdag
  • Van begin mei tot half juni: dagelijks geopend van 08.00 tot 16.30 uur
  • Van half juni tot begin september: dagelijks geopend, tot 18.00 of 19.00 uur

 

Hoh Rain Forest Visitor Center

  • Het hele jaar door dagelijks geopend van 09.00 tot 16.00 uur

 

Hurricane Ridge Visitor Center

Als de Hurricane Ridge Road open is, is ook het Visitor Center geopend. Maar de informatiedesk is alleen bemand op vrijdag, zaterdag en zondag, van 10.00 uur tot 16.00 uur. Gedurende de wintermaanden is het Visitor Center elke dinsdag en woensdag gesloten.

Meer info





Olympic National Park – Washington

Leestijd: 22 min