Geschiedenis Mesa Verde: De vroege jagers – tot aan het begin van onze jaartelling

De geschiedenis van Mesa Verde kent een lang verhaal: Vanwege de vele diepe ravijnen, de hoge temperaturen, en de schaarste aan water, vegetatie en dieren, was het Colorado Plateau een plek waar mensen moeilijk konden overleven. Toch hebben archeologen bewijzen gevonden, in de vorm van o.a. speerpunten en kleine kampen, dat duizenden jaren geleden een jagersvolk in dit gebied heeft rondgezworven. De vroege jagers moesten alles wat eetbaar was gebruiken om hun menu van dierlijk vlees aan te vullen, ze waren dan ook zeer bedreven in het verzamelen van zaden, fruit en noten. Waarschijnlijk hebben zij vele duizenden jaren op deze manier geleefd. De vroege jagers hebben nooit in Mesa Verde gewoond, er zijn geen bewijzen van hun bestaan gevonden binnen een straal van 80 kilometer van het park.

Square Tower

Square Tower

The Basketmakers – van het begin van onze jaartelling tot het jaar 550

Ongeveer tweeduizend jaar geleden leerden de vroege jagers hoe zij maïs konden verbouwen. Dit betekende dat zij zich vaker gedurende langere tijd op één plek vestigden, hun cultuur veranderde van nomadisch naar semi-nomadisch. Zij woonden vooral in grotten die plaats boden aan één of twee families, in de omgeving van Mesa Verde. Dankzij de beschutting van die grotten zijn veel van de door hen nagelaten sporen goed bewaard gebleven, archeologen hebben zich dus een vrij goed beeld kunnen vormen van de manier waarop deze mensen destijds hebben geleefd. Zo is het o.a. bekend dat dit volk bijzonder bedreven was in het vlechten van manden. Vandaar dat zij nu met de naam The Basketmakers (de Mandenmakers) worden aangeduid.

De manden die dit volk maakte, werden voor veel doeleinden gebruikt. Er werd voedsel in bewaard, en ook kostbaarheden. Sommige manden werden met pek waterdicht gemaakt. De Basketmakers verhitten stenen in een vuur, en met die stenen werd het water in de mand aan de kook gebracht. Op deze manier konden zij zaden koken. De Basketmakers weefden ook veel kleine tassen, die vaak puntig of rond waren aan de onderzijde. Op deze tassen werden patronen geschilderd. De omstandigheden in een droge grot zijn zodanig, dat een daar begraven lichaam zich kan mummificeren. Archeologen hebben diverse mummies gevonden, en hebben zo kunnen vaststellen dat de Basketmakers ongeveer 1.50 meter groot waren, en zwart haar hadden. Vrouwen droegen hun haar kort, terwijl mannen hun haar lang lieten groeien.

Net zoals hun voorouders – de vroege jagers – verzamelden de Basketmakers zaden, noten, fruit en bessen. Daarbij verbouwden zij maïs en pompoenen. Dankzij de gereedschappen die zij hebben gemaakt van dierlijke botten, is bekend dat zij ook goede jagers waren.

The Modified Basketmakers – van het jaar 550 tot het jaar 750

Hoewel de Basketmakers dankzij het verbouwen van de maïs steeds minder hoefden rond te trekken, bleven zij toch steeds op zoek naar een betere plek om te leven. Waarschijnlijk hebben zij Mesa Verde gevonden tijdens een jachtpartij, en hebben zij toen besloten dat dit een geschikt gebied was om woningen te bouwen. Er sijpelde water van de rotsen, en er waren waterbronnen. De bodem was erg geschikt voor het kweken van gewassen. En bovendien was er een overvloed aan hout, waarmee vuur, huizen, gereedschappen konden worden gemaakt. De oudste bewijzen van menselijke bewoning in Mesa Verde zijn van omstreeks 550 na Chr. Archeologen hebben deze bewoners “The Modified Basketmakers” genoemd. De twee belangrijkste verschillen ten opzichten van de Basketmakers zijn het nieuwe type huizen, en de introductie van aardewerk.

De woningen van de Modified Basketmakers worden ‘pithouses’ genoemd. Met behulp van stenen en houten werktuigen werden langwerpige kuilen in de grond uitgegraven. De wanden daarvan fungeerden als muren. In de hoeken werden houten balken geplaatst, waarover een dak werd gemaakt van kleinere stukken hout, boomschors en modder. De pithouses worden vooral in groepen bij elkaar gevonden, de mensen leefden dus in kleine dorpen bij elkaar. Een pithouse heeft meestal een grote kamer met een vuurplaats, en een of meer kleinere kamers. Een pithouse was alleen van bovenuit toegankelijk door middel van een ladder door een opening in het dak. Er wordt aangenomen dat de ceremoniële rituelen die bekend zijn van latere bewoners, hun oorsprong in deze pithouses hebben gehad.

Mesa Verde geschiedenis

In veel pithouses is een klein gat gevonden in de vloer tussen de vuurplaats en de noordelijke wand. Sommige Pueblo Indianen geloven dat dit een symbolische opening naar de onderwereld is. In de latere ceremoniële kamers wordt een dergelijke opening de Sipapu (see-pah-pu) genoemd.

De Modified Basketmakers vervaardigden ook aardewerk. De oudste exemplaren waren nog erg simpel, en grijs van kleur. Pas tegen het einde van de Modified Basketmakers periode werden de potten voorzien van ruwe tekeningen. De potten waren erg belangrijk, het bracht een grote verandering teweeg in de manier van koken en eten. Voedsel kon nu beter worden gekookt, waardoor het veel smakelijker werd. Er kwam meer variëteit in de voeding, vooral proteïne-rijke bonen vormden een belangrijke aanvulling op het menu.

De manden werden ook nog steeds gebruikt, maar er werden er wel veel minder gemaakt. De grote veelkleurige manden die als opslagruimte werden gebruikt waren kwalitatief uitzonderlijk goed. De Modified Basketmakers maakten geen tassen meer, zoals hun voorouders dat deden.Dierlijke botten werden gebruikt om naalden te maken om te kunnen naaien, en schrapers waarmee vlees van dierenhuiden werd verwijderd. De botten van kalkoenen zijn hol, en daarvan werden vaak sieraden gemaakt. Ook van schelpen, die door middel van ruilhandel werden verkregen, werden juwelen gemaakt.

In Mesa Verde werden geen stenen gevonden die geschikt waren voor het maken van pijlpunten of gereedschappen, daarvoor is het zandsteen te zacht. Voor de hardere steensoorten moesten de Modified Basketmakers naar het Mancos River gebied, of naar verder gelegen bergen.

The Development Pueblo – van het jaar 750 tot het jaar 1100

Omstreeks het midden van de 8e eeuw begonnen de nakomelingen van de Modified Basketmakers, de Pueblo-Indianen, hun huizen bovengronds te bouwen. Ze plaatsten palen in de grond, vlochten dwarsverbindingen tussen deze palen, vervaardigden het dak op dezelfde manier en bedekten vervolgens de muren en het dak met een dikke laag leem om ze waterdicht te maken. Ze bouwden dus een soort ‘manden’ om in te wonen. De huizen stonden in een lange rij bij elkaar, vrijwel alle huizen waren naar het zuiden of het zuidwesten gericht. Achter sommige huizen werden kleinere opslagruimtes gebouwd. De bevolking groeide, en daardoor werd de behoefte aan voedsel groter.

Net als hun voorouders groeven de Pueblo-Indianen nog steeds kuilen in de grond, waar daken overheen werden geplaatst. Dit waren echter niet langer woningen, maar ruimtes waar rituelen werden uitgevoerd, bijvoorbeeld een goede oogst te bevorderen. De pitrooms waren niet langer langwerpig van vorm, zoals de oudere pithouses, maar rond. Dit is de traditionele vorm van een kiva, de ook door latere Pueblo-Indianen gebruikte ceremoniële ruimte.

De Pueblo-Indianen begonnen steeds vaker stenen te gebruiken bij de bouw van hun huizen. Omstreeks het jaar 1075 werden de muren zelfs twee steenrijen dik, waardoor ze sterk genoeg werden om een huis van meerdere verdiepingen te kunnen bouwen. Er werden steeds vaker torens gebouwd, vaak in de buurt van kivas en ondergrondse tunnels. De indruk bestaat dat deze torens als uitkijkposten werden gebruikt. In de huidige omstandigheden zou dat niet mogelijk zijn, omdat de meeste torens lager zijn dan de omringende vegetatie. Maar destijds werd de grond waarschijnlijk voor landbouwdoeleinden gebruikt, waardoor het gebied meer open moet zijn geweest. De meeste torens waren niet hoger dan 5 meter. De restanten die zijn aangetroffen, zijn meestal niet hoger dan 3 meter, er liggen vaak verbrokkelde stenen aan de onderzijde.

Omdat de bevolking sterk groeide, was samenwerking noodzakelijk. Er werden meer dorpen gebouwd, en de kivas zijn hier vaak veel groter. Ze waren – in tegenstelling tot de oudere kivas – bestemd voor grotere groepen. In Morefield Canyon is een kiva met een doorsnede van 17 meter gevonden en gedeeltelijk uitgegraven. Aan de bouw van deze kiva moeten veel mensen hebben meegewerkt, en ook moet de bouw vooraf goed gepland zijn geweest. Er zijn meerdere bewijzen gevonden voor de toegenomen samenwerking. Zo is net buiten Far View House een waterreservoir gevonden met een doorsnede van 27 meter en een diepte van 4 meter. De wanden zijn gemaakt van stenen en modder. Een netwerk van greppels heeft gezorgd voor de watertoevoer.

Het vervaardigen van aardewerk nam een steeds belangrijkere plaats in. Er zijn in deze periode veel nieuwe vormen ontwikkeld, en de Indianen hebben ook geëxperimenteerd met nieuwe technieken. IJzerhoudende klei bleek heel geschikt te zijn om zwarte verf te maken, waarmee het witte aardewerk werd gedecoreerd. Later werd de verf met plantaardig materiaal gemaakt.

The Classic or Great Pueblo – van het jaar 1100 tot het jaar 1300

De Pueblo Indianen verlieten steeds vaker de kleine dorpjes, en gingen wonen in grotere leefgemeenschappen, waar de huizen van betere kwaliteit waren. In die huizen zijn door archeologen niet vaak openingen op vloerniveau aangetroffen, de kamers waren meestal van bovenaf bereikbaar, via ladders. Aangenomen wordt dat de woningen op deze manier beter te verdedigen waren. Ook in deze periode ontwikkelde de bevolking hun vaardigheden op het gebied van het maken van aardewerk, gereedschappen en sieraden. Het aardewerk had een grijs-witte achtergrond, en werd met hand beschilderd. Daarbij valt vooral de perfecte symetrie op. Er zijn potten gevonden die met dierlijke of menselijke figuren zijn gedecoreerd, maar echt gebruikelijk is dit nooit geweest. De bewoners van Mesa Verde hebben ook veel contacten gelegd met stammen buiten hun gebied, daardoor kwamen zij in aanraking met nieuwe technieken en materialen. Zelf verhandelden zij o.a. hun aardewerk, dierenhuiden en maïs.

Op gegeven moment leefden er naar schatting 5000 mensen op de Mesa Top. De dorpen in het Chapin Mesa gebied lagen op locaties die heel geschikt waren om maïs en bonen te verbouwen. Het Far View House gebied moet minder gunstig zijn geweest, vooral tijdens de winter. In dit gebied is dan sprake van veel sneeuwval, sterke wind en zeer koude temperaturen. Het is dan ook niet zeker of dit gebied, waar jarenlang mensen hebben geleefd, wel gedurende het hele jaar werd bewoond. Er zijn ongeveer 200 skeletten gevonden van bewoners die in deze periode zijn overleden. Dat is weinig, uitgaande van het feit dat de bevolking op gegeven moment uit 5000 personen bestond. Omdat in de winter geen graven in de grond konden worden gemaakt, werden de doden in leegstaande kamers gelegd, of in de vuilnishoop begraven. Mannen werden ongeveer 1.63 meter, vrouwen waren iets kleiner. De mensen werden vrijwel nooit ouder dan 40 jaar.

Tussen de jaren 1150 en 1200 trokken veel families weg van de mesa-top. Zij vestigden zich in de grotten in de rotswanden aan de rand van het tafel-plateau. Het bewoonbaar maken van deze grotten moet veel problemen met zich hebben meegebracht. Omdat de grotten zich ruim boven de bodem van de ravijnen bevonden, waren ze moeilijk bereikbaar. In de zomer moet het er enorm heet zijn geweest, en in de winters ijskoud. De akkers met maïs waren alleen na een lange klimpartij te bereiken.De woningen die in de grotten werden gemaakt, worden ‘Cliff Dwellings’ genoemd. De Indianen maakten vooral gebruik van grotten, die naar het zuid-zuidwesten waren gericht. De Cliff Dwellings variëren in grootte van 1-kamer woningen tot dorpen met meer dan 200 kamers. Het bekendste voorbeeld is Cliff Palace.

Mesa verde Geschiedenis

Het vertrek uit Mesa Verde

Er zijn twee theorieën om de verhuizing te verklaren. De eerste heet “The Defense Theory”. Er zijn geen bewijzen gevonden dat de Pueblo indianen door andere mensen werden bedreigd. Maar het is mogelijk dat er niet langer voldoende voedsel kon worden geproduceerd voor de groeiende bevolking, doordat de landbouwgrond uitgeput raakte. Dit kan hebben geleid tot vijandigheden tussen de groepen onderling. Dorpen als Cliff Palace moeten erg goed verdedigbaar zijn geweest. Dankzij de overhangende rotsen konden de bewoners niet van bovenaf worden bedreigd, zodat alleen een frontale aanval mogelijk was. Vanuit hun hoge huizen konden de bewoners hun aanvallers dan eenvoudig met pijlen op afstand houden.

De Defense Theory wordt niet ondersteund door bewijzen, zo zijn er bijvoorbeeld geen graven gevonden waaruit een gewelddadige periode kan worden afgeleid.De tweede theorie heet “The Climate Theory”. Hierbij wordt verondersteld dat een zeer koude periode de Indianen ertoe heeft gebracht beschutting te zoeken in de grotten. Deze theorie wordt enigszins ondersteund door het feit dat de jaarringen van de bomen in deze tijd klein waren. Dit kan het gevolg zijn van een koude periode, maar ook van een droge periode. Maar wat tegen deze theorie pleit is het feit dat juist in deze periode ook een aantal kleine woningen zijn gebouwd op de randen van de mesa, een plek die heel weinig bescherming tegen

De hierboven beschreven problemen – weersomstandigheden, overbevolking en het uitgeput raken van de landbouwgronden – moeten het steeds moeilijker hebben gemaakt om in Mesa Verde te overleven. Een langdurige droogte, van 1273 tot 1284, was de laatste klap voor de bevolking. Steeds meer families trokken weg, waarschijnlijk naar New Mexico en naar het noorden van Arizon, waar ook nu nog Pueblo Indianen leven.Na het vertrek van de Pueblo Indianen is Mesa Verde nooit meer bewoond geweest. In de 17e eeuw zijn de Spanjaarden door het gebied getrokken – zij hebben het de naam Mesa Verde gegeven – maar de ruïnes hebben zij niet ontdekt. Dat gebeurde pas twee eeuwen later, in het jaar 1874. Ruim dertig jaar daarna, in 1906, werd Mesa Verde een Nationaal Park.

 

Geschiedenis Mesa verde






Geschiedenis Mesa Verde

Leestijd: 10 min