Zomaar, ergens onderweg kwamen we een klein natuurpark tegen. Een prachtig moerasgebied dat ons terug deed denken aan Daintree National Forest in Australië. Er zaten zelfs Green Tree frogs, die groene boomkikkers die we in Australië zoveel hebben gezien. Met dat lieve lachje en die grote ogen, maar hier wilden ze niks van ons weten en lieten zich niet zien. Alligators ook niet, maar dat wisten we wel zo midden op de dag. Alligators kunnen vreselijk grommen, net als hun neven en nichten krokodil. Toen ik ergens een foto nam, hoorde ik vlakbij ineens een vreselijk gegrom. Mijn haren stonden overeind en mijn hart maakte overuren. Het bleek geen groot reptiel te zijn met moordende kaken, maar een grote groep wilde varkens, die vlakbij de weg overstak. Over wilde varkens en spoken……..




Genieten

Wilde varkens en hebben geen aaibaar uiterlijk, maar zijn poezeliger dan alligators. Door het moerasgebied liepen boardwalks, houten wandelpaden, die ervoor zorgen dat je kunt wandelen zonder de natuur te beschadigen. Of weg te zakken in het moeras zoals in dit geval. Het was er doodstil en de bomen stonden zich te spiegelen in het rimpelloze wateroppervlak. Het zag er vredig en sereen uit, maar ik zou nog geen vinger in het water durven te steken.

 

Over wilde varkens en spoken

 

Bang dat ik meteen ‘beet’ zou hebben. Eén van de regels van het park was dan ook dat je geen huisdieren mee mocht nemen op die boardwalks. Om te voorkomen dat ze in hapklare brok veranderen. Zowel alligators als krokodillen kunnen behoorlijk springen, dus zo’n houten wandelpad boven het water is een peulenschilletje voor ze, wat voor jezelf ook een kwetsbaar gevoel creëerde. Een tere libel zat op een blad te genieten, af en toe de vleugels spreidend. Kwetsbaar en eindig, in tegenstelling tot de omgeving, die terugging tot in de prehistorie. Een boom van zo’n tien meter hoog, die hoofdzakelijk nog uit stam bestond met wat begroeiing er bovenop, was zo’n duizend jaar oud. Natuurlijk staat het niet in verhouding tot de Sequoia’s, maar het is wel duizelingwekkend als je er even bij stil staat. Duizend jaar, toen dachten de mensen nog dat de wereld plat was, leefden er heel wat in modderhutten, had je geen IPad met apps (een nachtmerrie voor heel wat mensen als ze daar nu aan denken), bestonden er geen soaps en had je geen zeep.

We gingen stilletjes door met genieten en iedere keer als je een plons hoorde in dat stille water, stond je te spieden wat dat nou geweest kon zijn. Maar het moeras gaf zijn geheimen niet prijs. Afwijzend en hooghartig keek het terug, zodat we maar doorliepen en uiteindelijk weer op weg gingen. Na nog wat spelevaren en de toerist uithangen, kwamen we in Sebring aan. Sebring is vooral bekend van de autoraces en is ook gesticht door George Sebring.

The Shining

Het hotel waar we die nacht wilden overnachten, had Henrie op internet gevonden. Het zou historisch zijn en had goede recensies: het Kenilworth Hotel. Het Kenilworth Hotel had een zeer hoog Overlook Hotel gehalte. Het was het eerste dat door me heen ging toen ik het zag. Het Overlook Hotel is het hotel uit de film The Shining, een megafilm met Jack Nicholson, waar hij als conciërge in de winter met vrouw en zoontje op dat hotel moet passen, dat voor de winter gesloten is en waar het natuurlijk spookte.

Toen ik binnen kwam, schoot die vergelijking helemaal omhoog. De enorme hal met aan de ene kant zitjes, een indrukwekkende trap naar boven en gangen die op die hal uitkwamen. De receptie met het bord ernaast waar mededelingen op stonden en overal fotogalerijtjes op de muren. Ouderwetse verlichting en oud meubilair, geheel in stijl met het hotel. Alleen de meneer achter de receptie detoneerde nogal. Hij was een lange, ongeïnteresseerde man, die ons liever kwijt dan rijk was en alle vragen herhaald wilde hebben. Of dat aan zijn gehoor lag of dat hij ons amper opmerkte weet ik niet. De balie was hoog en oud en alles lag op één lijn met elkaar, op de moderne klok boven de open haard na. Die hing er om een gat te camoufleren, waar eerst een schoorsteenpijp doorheen had gelopen. Een schilderij zou beter hebben gestaan en de klok deed het trouwens niet. Het was meer dan prachtig en ook op een bepaalde manier luguber, wat ik ook had gevonden als ik The Shining niet had gezien.

 

Over wilde varkens en spoken

 

Gezelligheid

Aan de overkant van de weg was een meer. Daar wilden we naar toe, al was het niet duidelijk hoe je er moest komen. Je ziet het wel zo liggen, maar hoe kom je er? We staken over en wandelden richting meer, om het volgende moment bij iemand in de tuin te staan. We wurmden ons tussen de struiken door en kwamen achter een groot gebouw uit, met een, voor ons, onduidelijke functie. Het was heerlijk zitten, kijken en wijzen, wel met opgetrokken benen, want er liepen mieren van behoorlijk formaat rond het bankje die ook flink konden bijten. Na een uurtje vertrokken we en het gebouw bleek een soort gemeenschapshuis te zijn voor festiviteiten en evenementen. Er stond op diverse bordjes dat je absoluut niet op dat terrein mocht komen en ook iets over martelen en zweepslagen als je het toch deed. Dat is niet zo, dat verzin ik maar, maar het was overduidelijk dat het verboden toegang was. De voorzienigheid was zo vriendelijk om een restaurant en bar naast het hotel te plaatsen, de planning voor die avond stond dus meteen al vast. De bar was lawaaierig en natuurlijk overal weer die t.v. schermen. Daar word je beroerd van. Waar kom je dan voor in een café? Niet voor de gezelligheid lijkt me.

Do you believe in things like that?

Na een uurtje werd het duidelijk dat er een tweekoppig bandje zou gaan spelen. Nou zijn wij daar persoonlijk niet zo’n liefhebber van, omdat het altijd keihard moet zijn. Anders is het niet tof denk ik. We besloten het wel even aan te kijken, maar het resultaat was dermate treurig, dat we besloten te gaan eten. De stem van de zanger deed me voornamelijk aan een kikkertje denken waar in geknepen wordt. De twee vrouwen vooraan die zo goedwillend meedeinden, waren denk ik het vriendinnetje van de ene en de moeder van die andere. Voor we te verdrietig werden van wat we  hoorden, verlieten we de tent. Het restaurant er naast was goed en ze hadden een geweldige French Dip. We bleken zo’n beetje de enige gasten in dat enorme hotel te zijn. Wat wel rustig was, maar ook de lugubere sfeer verhoogde. Het was toeval, want de dag ervoor was het keidruk en de dag erna werden ook veel gasten verwacht. Ik zat de volgende ochtend gastenboek te lezen voor ik er wat in ging schrijven, toen ik een meneer naar me zag kijken. Toen onze blikken zich kruisten kwam hij op me af. Hij bleek de eigenaar te zijn, een zeer vriendelijke man, die me van alles vertelde.

 

Over wilde varkens en spoken

Onder andere dat dit prachtige hotel op punt van sluiten stond, toen hij het drie jaar geleden kocht. Omdat de vorige eigenaar het zo zwaar verwaarloosd had. Dat vreselijk zonde zou zijn geweest. Ik zei dat het me meteen aan het Overlook Hotel uit de film The Shining had doen denken. Hij vroeg: “Do you believe in things like that?” Ik mompelde wat neutraals en hij zei dat hij er dus absoluut niet in geloofde. Maar dat er ook dingen gebeurden die hij niet kon verklaren. Dat drie keer per jaar wordt dit hele hotel afgehuurd door een enorme groep paranormale mensen, die overal metingen doen met camera’s en allerlei andere moeilijke apparatuur. Ik vroeg: ‘En, zien ze dan ook dingen? Hij zei dat ze kennelijk heel veel dingen zagen en vastlegden. Ik vroeg hem wat voor merkwaardigheden hij meemaakte die hij niet kon verklaren, maar ook zijn scepticisme niet weghaalden.

Hij vertelde een paar voorvallen. Toen hij het hotel overnam, moest er heel veel aan gebeuren. Hij stond met een paar mensen aan het begin van een gang op de begane grond (de gang waar wij ons onderkomen van die nacht ook hadden) te overleggen over de werkzaamheden. Een schilder die in één van de kamers bezig was, kwam ineens naar buiten en keek verbaasd naar links en rechts en vroeg waar die dame gebleven was. Het gesprek stokte en ze vertelden dat ze niemand hadden gezien. Dat kon niet, zei de schilder, er was een mevrouw bij hem in de kamer geweest. Ze was heel mooi en droeg een rode jurk. Hij had de deur voor haar open gedaan en ze was de gang in gelopen, maar toen was ze ineens weg.

Er werd herhaald dat ze niemand hadden gezien, maar hij geloofde het niet. Een ander voorbeeld was toen de eigenaar met een echtpaar bij de open haard zat. Er moest wat papierwerk gedaan worden op verzoek van het echtpaar en daar was hij mee bezig. De echtgenoot van de vrouw zei ineens dat hij die uniformen van de dienstmeisjes zo mooi vond. De eigenaar keek op, zag niks en ging weer verder met de papieren. Even later vroeg die man wie die uniformen gemaakt had, hij vond ze heel apart zo met dat zwart en een schortje. De eigenaar zei dat er niemand zo’n uniform droeg. Jawel, die dienstmeisjes met dat uniform aan stonden net die piano af te stoffen! en hij wees naar de piano die in de hoek stond. De eigenaar zowel als de vrouw van de man zeiden dat er niemand was, ook niet geweest. De man werd boos, pakte een paar witpapieren servetten, haalde ze over de piano en liet ze zien. Zie je? Helemaal schoon, want ze hebben die piano net afgestoft!’’ riep hij.

En weer werd er gezegd dat niemand van het personeel een dergelijk uniform had en dat er ook niemand daar aan het werk was geweest. De man werd bozer en bozer, want hij had ze wel degelijk gezien en nu werd hij voor leugenaar uitgemaakt. Logisch natuurlijk: je ziet iets en dan wordt gewoon gesteld dat het niet waar is. Alsof je gek bent. Maar niemand anders had ze gezien, ondanks dat ze in hetzelfde vertrek waren. Heel apart en heel erg Overlook Hotel. De eigenaar liet me nog veel meer zien en vertelde honderduit.

 

Over wilde varkens en spoken

Henrie had op de achtergrond al van alles naar de auto gebracht en wilde duidelijk weg. Ik wist me los te weken van de eigenaar en haalde de laatste spullen uit de kamer om daarna de sleutel bij die vriendelijke man te brengen. Hij zat koffie te drinken met wat personeel en veerde blij op toen hij me zag. Hij nam de sleutel aan met een blik alsof ik hem een cadeautje gaf en zoende me toen ik vertrok. Henrie had dit al gelaten aan zien komen en wachtte geduldig tot ik me weer bij hem voegde.

 

Over wilde varkens en spoken




Laureen de Bres

Laureen de Bres

Redacteur / Verhalenvertelster

Beladen met vooroordelen stapte Laureen in 1993 op het vliegtuig voor een eerste vakantie naar Amerika. Net zoals zoveel mensen had ze geroepen: “Dat land is eigenlijk helemaal niks voor mij. Allemaal rare mensen, kettingzaagmaniakken en zombies!’ Die overtuiging smolt weg zodra ze één voet in dat verre continent had gezet. De onbeschrijflijke weidsheid, de pure, spectaculaire natuur, de brute woestheid van de canyons en bergen, maar ook de servicegerichte Amerikaan met al zijn vriendelijkheid, waren genoeg om Laureen voor eeuwig verliefd te maken op dit grandioze werelddeel.

Redacteur Noordernieuws.be


Over wilde varkens en spoken

Leestijd: 9 min